Spaarrente – April 2021

Aan het rentefront leek er het afgelopen kwartaal sprake te zijn van een trendbreuk. Uit angst voor oplopende inflatie was er sprake van stijgende rentes. In de hypotheekrentes zag je dat terug door aanpassingen naar boven, zij het (zeer) kleine. En ook bij obligaties had dit een behoorlijke impact. Bije spaarrekeningen heeft dit tot nu toe echter niet tot aanpassingen geleid. De conclusie is duidelijk: de spaarrentes worden kunstmatig hoog gehouden, ook al voelt dat misschien niet zo voor de meeste spaarders.

Structureel is er echter weinig veranderd. De FED geeft aan dat het nog lang geen tijd is voor renteverhogingen. Centrale banken blijven de korte rente laag houden, overheden pompen geld de markt in en consumenten blijven nog steeds op hun geld zitten door de lockdowns. Tezamen met de vergrijzing en de daarmee gepaard gaande hoge spaarquote zorgt dit voor veel aanbod van geld en dus structureel lage rentes.

Negatieve spaarrente

Negatieve spaarrentes zijn inmiddels realiteit. Sinds 1 april gelden de volgende drempels: Rabobank, ING Bank en de SNS groep (SNS, ASN, RegioBank en Zwitserleven) hanteren € 250.000 per (soort) rekening, Triodos Bank € 100.000 en ABN AMRO telt alle rekeningen per klant bij elkaar op en rekent vervolgens negatieve rente over het deel boven de € 500.000. Inmiddels heeft ABN AMRO aangekondigd dat dit per 1 juli 2021 verlaagd wordt tot € 150.000.

Over spaarsaldi tot € 100.000 wordt voorlopig nog geen negatieve rente berekend, hoewel Triodos Bank inmiddels wel kosten in rekening brengt voor het aanhouden van een spaarrekening. Dat is eigenlijk ook een soort negatieve rente.

 

Onderstaand treft u een globaal overzicht aan. Wij zijn geen vergelijkingssite en betrekken lang niet alle resultaten in ons overzicht, maar beogen u een reëel beeld te geven van het huidige niveau. Wij volgen een aantal reguliere Nederlandse instellingen die spaarrekeningen aanbieden onder het Nederlandse depositogarantiestelsel. Er zijn partijen die een hogere rente bieden. Dit betreft voornamelijk in Nederland gevestigde filialen van buitenlandse partijen of geheel buiten Nederland gevestigde partijen. In geval van een faillissement dien je je in dit laatste geval tot de overheid van dat betreffende land te wenden.

Variabel

Bij direct opvraagbare tegoeden zonder opnamebeperkingen en minimum inleg is NIBC Direct inmiddels ook gedaald naar 0,10% en staat nu op gelijke hoogt met LeasePlan Bank. Nationale Nederlanden vergoedt een schamele 0,03% en heeft stuivertje gewisseld met Centraal Beheer die op 0,04% is blijven staan. Verder is het 0% of een symbolische 0,01%.

Lang vast

Je geld heel lang wegzetten levert iets meer rente op, maar je bent dan aanzienlijk minder flexibel. Bovendien moet je boeterente betalen als je het depot tussentijds wilt openbreken. Het hoogste 3-jaars tarief bij de bekendere Nederlandse partijen ligt nog steeds op 0,55% bij LeasePlan Bank; het hoogste 5-jaars tarief op 0,75% ook bij LeasePlan Bank en het hoogste 10-jaars tarief bij NIBC met 0,50%.

Kort vast

Kiezen voor een kortere rentevast termijn kan een betere optie zijn, maar betekent wel dat je regelmatig moet verlengen. Drie maanden vastzetten levert geen hogere rente op dan een direct opvraagbare spaarrekening. Bij zes maanden zijn de rollen omgedraaid sinds vorig kwartaal. LeasePlan Bank vergoedt nog steeds 0,15%, terwijl NIBC is gezakt naar 0,10%, wat gelijk is aan het variabele tarief bij deze bank. Alle bekendere partijen vergoeden minder op kort vast dan op de variabele rentetarieven. Negen maanden levert alleen bij LeasePlan Bank net iets meer op dan zes maanden, 0,20%. Bij 12 maanden staat  LeasePlan Bank bovenaan met 0,30% en NIBC met 0,25% en. Conclusie: het begint pas interessant te worden wanneer je je geld minimaal 12 maanden kunt wegzetten. Bij 24 maanden kom je op 0,40% bij LeasePlan Bank en 0,35% bij NIBC.

 

NB: iedere bank heeft haar eigen voorwaarden en beperkingen, waardoor bottom-line de verschillen groter kunnen zijn dan zij op het eerste gezicht lijken.