Rechtsherstel spaarders box 3

Eind 2021 oordeelde de Hoge Raad dat vooral spaarders benadeeld zijn over de jaren sinds 2017, omdat zij belasting hebben betaald over een fictief rendement op hun vermogen. In werkelijkheid hebben zij een veel lager rendement behaald. De Hoge Raad vindt dat niet terecht. Deze mensen hebben daarom recht op teruggave van de te veel betaalde belasting.

Spaarders die te veel belasting hebben betaald over hun vermogen in box 3, krijgen vóór 4 augustus bericht over de hoogte van hun belastingteruggave. Voor de berekening van de hoogte kiest het kabinet voor de zogeheten spaarvariant. Het gaat om ongeveer 60.000 mensen die bezwaar hadden ingediend tegen de belastingheffing in box 3. Dit rechtsherstel geldt ook voor alle nog niet definitief vastgestelde en opgelegde belastingaanslagen box 3.

Voor wat betreft de jaren 2021 en 2022 zal de spaarvariant ook worden gehanteerd. Dat betekent dat voor zo ver gespaard is daarvoor qua rendement de gemiddelde depositorente wordt aangehouden als fictief rendement.

Vanaf 2025 moet er een nieuwe belastingheffing box 3 in werking treden, waarbij alleen het werkelijke rendement op vermogen wordt belast. Bij invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001 was dit overigens ook al een optie, maar toen kwam de wetgever hier niet uit. Voor de overbruggingsjaren 2023 en 2024 werkt het kabinet aan een uitwerking van de spaarvariant.

Belastingheffing box 3

Het inkomen uit sparen en beleggen wordt gebaseerd op een fictief rendement dat wordt belast in box 3. Het fictief rendement wordt berekend op basis van twee aannames:

  • Van het totale vermogen wordt een vast percentage gespaard en een vast percentage belegd. Deze combinatie van sparen en beleggen noemen we de vermogensmix. De werkelijke samenstelling van de vermogensmix wordt buiten beschouwing gelaten.
  • Voor zowel sparen als beleggen is wettelijk vastgelegd welk rendement de belastingplichtige behaalt. Er wordt geen rekening gehouden met het werkelijke rendement.

Op het box 3-vermogen mogen schulden boven de schuldendrempel in mindering worden gebracht.

Nadeel spaarders

Volgens het huidige systeem wordt aangenomen dat mensen een groter deel van hun vermogen beleggen, naarmate dat vermogen hoger is. En dat daardoor het rendement op het vermogen stijgt. De huidige fictieve rendementen lopen daarom op van 1,818% tot 5,53%, afhankelijk van de hoogte van het vermogen.

Maar mensen die in werkelijkheid alleen maar sparen, ontvangen al jarenlang een rente van minder dan 0,1%. Door het huidige belastingsysteem in box 3 teren zij in op hun vermogen. Volgens de Hoge Raad is dat in strijd met het eigendomsrecht en moet er belasting worden terugbetaald.

Belastingteruggave volgens de spaarvariant

De staatssecretaris van Financiën heeft een aantal varianten uitgewerkt om de belastingteruggave voor de bezwaarmakers te berekenen. Het kabinet heeft gekozen voor de spaarvariant. De spaarvariant:

  • houdt per belastingplichtige rekening met de werkelijke verdeling van het box 3-vermogen tussen spaargeld en andere elementen zoals beleggingen en onroerend goed;
  • hanteert voor het spaargeld een rendement dat is gebaseerd op de gemiddelde spaardepositorente;
  • berekent over het overige box 3-vermogen een rendement dat is gebaseerd op het gemiddelde beleggingsrendement van de afgelopen vijftien jaar;
  • trekt box 3-schulden niet langer af van het vermogen in box 3. In plaats daarvan wordt over eventuele schulden een rentepercentage dat is gerelateerd aan de hypotheekrente in mindering gebracht op het berekende box 3-rendement.

In onderstaande tabel staan de rendementen en het rentepercentage voor de schulden over de jaren vanaf 2017 waarmee bij het rechtsherstel wordt gerekend.

2017 2018 2019 2020 2021
Spaargeld 0,25% 0,12% 0,08% 0,04% 0,01%
Overige bezittingen 5,39% 5,38% 5,59% 5,28% 5,69%
Schulden 3,43% 3,20% 3,00% 2,74% 2,46%

Voorbeeld
Louise heeft op 1 januari 2020 €300.000 spaargeld, €100.000 aan beleggingen en een box 3-schuld van €50.000. Op basis van de huidige belastingregels in box 3 heeft Louise over 2020 €3.523 belasting betaald in box 3.

Omdat Louise meegedaan heeft met het massaal bezwaar, heeft ze recht op rechtsherstel volgens de spaarvariant. Er wordt nu rekening gehouden met de werkelijke verdeling van haar vermogen en de rendementen die in de bovenstaande tabel zijn opgenomen. Over haar box 3-schuld wordt een rente van 2,74% in mindering gebracht op het berekende rendement. Op basis van die berekening zou Louise €1.109 belasting moeten betalen in box 3. Louise ontvangt voor 4 augustus het bericht dat ze de te veel betaalde belasting van €2.414 terugkrijgt.

Mogelijke gevolgen rechtsherstel

Door de verlaging van het inkomen uit sparen en beleggen in box 3 daalt het verzamelinkomen. Dit werkt door in regelingen waarbij dat verzamelinkomen een rol speelt. Denk bijvoorbeeld aan het kindgebonden budget, de ouderenkorting en de aanvullende studiebeurs. Klanten die in aanmerking komen voor rechtsherstel en die met dergelijke regelingen te maken hebben gehad in de afgelopen jaren, moeten rekening houden met een verrekening.

Voorlopig alleen belastingteruggave voor bezwaarmakers

In eerste instantie krijgen alleen de belastingplichtigen die meegedaan hebben aan het massaal bezwaar over de belastingheffing in box 3 vanaf 2017 te veel betaalde belasting terug. Over compensatie voor de niet-bezwaarmakers wordt later dit jaar een besluit genomen. Daarnaast worden alle aangiftes over 2017 t/m 2020 waar nog geen definitieve aanslag voor is opgelegd, afgehandeld volgens de spaarvariant.

Belastingjaar 2021 en 2022

Alle aangiftes over het belastingjaar 2021 en 2022 worden ook volgens de spaarvariant afgehandeld. Daarvoor hoeft de belastingplichtige zelf geen actie te ondernemen. Wel komt in augustus 2022 een herziene versie van de aangifte 2021 online, waarin rekening is gehouden met de spaarvariant. Belastingplichtigen hebben de mogelijkheid hun aangifte 2021 aan te passen, waarbij ze met hun partner kunnen kiezen voor een andere (gunstigere) verdeling van het box 3-vermogen.

Daarnaast geldt voor belastingplichtigen die op basis van hun aangifte 2021 een belastingteruggave verwachten (bijvoorbeeld in verband met aftrek hypotheekrente), dat ze in eerste instantie een voorlopige aanslag krijgen waarin nog géén rekening is gehouden met de spaarvariant. Op een later moment volgt dan een definitieve aanslag waarin mogelijk een aanvullende teruggave is opgenomen.

Bron: Permanent Actueel Dukers & Baelemans