Ondanks zwakkere macro-economische indicatoren bleven de aandelenmarkten optimistisch en zette het sterke koersherstel van begin dit jaar verder door. Het eerste kwartaal van 2019 liet een volledig tegengesteld beeld zien ten opzichte van het dramatische laatste kwartaal van afgelopen jaar. Blijkbaar is de correctie op de aandelenmarkten van korte duur geweest en lijkt de angst voor een naderende recessie voorlopig te zijn weggeëbd.
Rendementen van de belangrijkste graadmeters in EURO per 31-03-2019
Aandelen | 2019.Q1 | 1 jaar | 3 jaar | 5 jaar |
MSCI ontwikkelde markten | 14,51% | 13,93% | 11,23% | 10,91% |
MSCI opkomende markten | 11,90% | 1,41% | 11,23% | 11,25% |
MSCI alle markten | 14,20% | 12,38% | 11,22% | 10,91% |
Obligaties (EUR hedged) | 2019.Q1 | 1 jaar | 3 jaar | 5 jaar |
BBgBarc Euro obligatiemix | 2,53% | 1,93% | 1,02% | 2,83% |
BBgBarc Wereldwijde obligatiemix | 2,33% | 1,72% | n.a. | n.a. |
BBgBarc Wereldwijde bedrijfsobligaties | 3,69% | 1,70% | 1,10% | 2,13% |
NB dit zijn indices en geen financiële producten; er is dus geen rekening gehouden met beleggingskosten
De belangrijkste index voor aandelen, de MSCI All Country World, sloot het eerste kwartaal af met een rendement van 14,2%. De V.S. was de best presterende aandelenregio met een behaald resultaat (in euro’s) van 15,6%. Pacific ex Japan nam de tweede plaats in beslag met 14,3%, gevolgd door Europa (12,8%), Opkomende markten (11,9%) en tenslotte Japan (8,6%). Groeiaandelen presteerden beter dan waarde aandelen en de sectoren technologie, energie en industrie voerden de top-3 aan. Ook obligaties wereldwijd presteerden in euro’s positief met een rendement van 2,3% waarbij bedrijfsobligaties het beter deden dan staatsobligaties.
De voornaamste redenen voor deze positieve ommezwaai heeft te maken met het gewijzigde beleid van de belangrijkste centrale banken om de monetaire teugels niet verder aan te halen en een afwachtende houding aan te nemen. Daarnaast lijken de markten ervan uit te gaan dat het handelsconflict tussen de V.S. en China met een sisser zal aflopen.
Eind maart maakte de Fed bekend dat de rente dit jaar niet meer zal worden verhoogd. Verder vertraagt de Amerikaanse centrale bank het afbouwen van de enorme hoeveelheid obligaties, die de laatste jaren zijn opgekocht. Vanaf mei wordt er niet langer meer 30 miljard dollar verkocht, maar voor nog maar 15 miljard dollar. In september wordt hiermee gestopt. Hiermee rondt de Fed de U-bocht af die in december werd ingezet. In oktober van het vorige jaar verwachtte de centrale bank namelijk nog dat de economie zou moeten worden afgeremd met een aantal renteverhogingen. Begin dit jaar leek de Fed al gas terug te willen nemen door te zeggen het nog even te willen aankijken met renteverhogingen waarop de markten verheugd reageerden.
De voorzichtiger houding van de centrale banken verklaart grotendeels het rendement op obligaties. De rentes op de veilig beschouwde staatsobligaties zoals die van Duitsland en de V.S. daalden verder als gevolg van de ‘vlucht naar veilige havens’. Ook de in de tweede helft van vorig jaar opgelopen risicopremies (spreads) zijn inmiddels teruggekeerd op niveaus die beter passen bij een scenario van lage economische groei en lage inflatie.
Vooral obligatiebeleggers denken dat economische groei op zijn laatste benen loopt en zij zien de veranderde houding van de centrale banken vooral als een bevestiging daarvan. Zo dook de rente op de Duitse 10-jarige staatsobligatie, die wel wordt gezien als de graadmeter voor de Europese kapitaalmarkt, voor het eerst sinds oktober 2016 onder de nul. Ook in de V.S. betaalt de overheid meer rente over een lening van drie maanden dan op een 10-jarige lening. Zo’n inverse rentestructuur is voor sommige beleggers een voorbode voor een recessie. Immers, beleggers zetten hun geld blijkbaar liever voor kortere tijd uit dan voor een langere periode en dit wordt beschouwd als een teken van weinig vertrouwen in de economische vooruitzichten.
Voor overheden en bedrijven zijn lage rentes gunstig aangezien zij hiermee goedkoop kunnen lenen. Dit geldt ook voor de vastgoedmarkt waarin de kooplust blijft aangewakkerd. Echter, uit een onlangs gepubliceerde enquête onder pensioenfondsen en verzekeraars van de Amerikaanse vermogensbeheerder Invesco, maken obligatiebeleggers zich grote zorgen over de hoge overheidsschulden. De meerderheid van de ondervraagden denkt dat deze de belangrijkste oorzaak zal zijn voor een nieuwe recessie of marktcorrectie.
Door de lage rente blijven aandelen nog steeds aantrekkelijk ten opzichte van obligaties. Ook al hebben analisten de gemiddelde winstgroei voor bedrijven neerwaarts bijgesteld naar 4,7%. Doordat de toekomstige rendementen voor obligaties laag zullen blijven zorgt deze situatie nog steeds voor een stevig fundament voor aandelenmarkten waarbij de waardering inmiddels is genormaliseerd tot 14,8 keer de verwachte winst voor de MSCI ACWI respectievelijk 15,3x voor de MSCI World. De resultaten over het eerste kwartaal worden zeer binnenkort bekend gemaakt. Interessant wordt dan in hoeverre de prognoses van analisten realistisch zijn of dat deze wederom bijgesteld gaan worden. In ieder geval zullen beleggers de vinger aan de pols houden en gaan inschatten hoe bedrijven om denken te gaan met een omgeving van lage(re) groei.