Beleggen in private equity staat de laatste tijd meer en meer in de belangstelling. Was dit aanvankelijk een terrein waarop alleen family offices en institutionele beleggers zich begaven, nu zie je dat ook vermogensbeheerders zich op dit terrein begeven. Blijkbaar missen ze toch iets in de beleggingsmogelijkheden die de beurs biedt of zijn ze bang dat er wat van hun portefeuilles wordt afgesnoept.
De populariteit van private equity heeft te maken met de goede rendementen die gerealiseerd worden en met het relatief rustige koersverloop tijdens de beleggingsperiode. Een nadeel ten opzichte van public equity, beleggingen die op de beurs verhandeld worden, is de beperkte liquiditeit. Een beursbelegging kan in principe elke dag te gelde worden gemaakt, terwijl je bij private equity moet wachten totdat de investering verkocht wordt (de zogenaamde exit). Een ander nadeel is dat het minimum deelnamebedrag aanzienlijk hoger ligt. Beursgenoteerde aandelen kun je kopen vanaf een paar euro, terwijl een directe investering in een niet-beursgenoteerd bedrijf al gauw enkele tonnen of een miljoen euro vergt. En dan heb je nog maar een belang in één enkel bedrijf.
Om je risico te spreiden kan het verstandig zijn om mee te doen in een private equity fonds, een beleggingsfonds in niet-beursgenoteerde aandelen. Het fonds verzamelt ingelegde bedragen en investeert dit in 10 tot 15 bedrijven. Het minimale deelname bedrag ligt bij dergelijke fondsen op € 250.000 of meer. Voordeel van een private equity fonds is dat gespecialiseerde fondsmanagers de bedrijven selecteren en actief monitoren.
Voor veel beleggers is dit echter nog steeds een brug te ver, aangezien meedoen in één private equity fonds vaak niet de gewenste spreiding oplevert. De meeste van deze beleggingsfondsen zijn gespecialiseerd in of een bepaalde sector of een bepaalde groeifase. Idealiter neem je dus deel aan meerdere van dit soort fondsen. Wil je daarnaast je vermogen ook spreiden over andere type beleggingen als onroerend goed en beursgenoteerde beleggingen, dan is dit eigenlijk alleen weggelegd voor vermogens vanaf zo’n € 5 miljoen.
De laatste paar jaar zijn er partijen gekomen die een oplossing bieden voor dit dilemma. Zij richten een beleggingsfonds op dat niet direct investeert in bedrijven, maar dat investeert in private equity fondsen met een bewezen track record. Een oplossing die door fondsen die beleggen in beursgenoteerde aandelen al langer wordt aangeboden. De oplossing is dus niet zozeer revolutionair als wel weinig toegepast.
Nadeel van zo’n fund of funds is dat de kosten hoger zijn. Voordeel is dat je met elkaar meer massa hebt. Je kunt daardoor goede inkoopcondities bedingen en meedoen met de beste private equity huizen. Vooral dit laatste is zeer belangrijk, omdat alleen de allerbeste private equity fondsen rendementen weten te realiseren die echt substantieel hoger liggen dan een belegging in beursgenoteerde aandelen. Deze huizen hanteren echter hoge toetredingsdrempels.
De minimum deelname in dergelijke fund of funds varieert van €100.000 tot € 250.000 en meer. Hierdoor wordt beleggen in private equity voor meer beleggers bereikbaar. Ook voor grotere beleggers is deze ontwikkeling interessant. Zij kunnen dan bijvoorbeeld gespreid over de jaren heen inleggen. Veel van deze fondshuizen lanceren namelijk om de een à twee jaar weer een nieuw fonds. Op deze wijze spreid je ook de vintagejaren. De ervaring leert namelijk dat, net zoals bij wijn, sommige jaren het beter doen dan andere jaren. Dit heeft niet te maken met de kwaliteiten van de managers, maar wordt veroorzaakt door economische cycli en door de rentestand in een bepaalde periode.
Het fund of funds belegt de opgehaalde gelden bij 4 tot 8 gerenommeerde private equity huizen. Zij moeten ervoor zorgen dat de bedrijven waarin geïnvesteerd wordt dusdanig groeien dat ze binnen een jaar of vijf minimaal het dubbele en liefst meer waard zijn. Het doelrendement is 2 tot 3 x het geïnvesteerde kapitaal, de zogenaamde money multiple. Dit moet uiteindelijk resulteren in een lange termijn rendement dat 3% tot 5% ligt boven het gemiddelde aandelenrendement in ontwikkelde markten (MSCI World).
De gewenste spreiding wordt bereikt door fondsen te kiezen met elk een eigen investeringsstrategie. Dit varieert van autonome groei, buy-and-build (kralen rijgen) en turnaround strategieën tot management buy-outs en bedrijfsopvolging. Verdere spreiding wordt bereikt door meerdere regio’s te selecteren en door verschillende instapmomenten te kiezen. Door deze diversificatie worden stabiele lange termijn rendementen behaald.
De totale looptijd van een fonds is meestal 10 tot 12 jaar, gerekend vanaf de eerste capital call (inlegmoment) tot de laatste uitbetaling. De investeringsperiode van het fonds, de periode waarin zij bedrijven selecteert om in te investeren, bedraagt meestal 3 tot 4 jaar. Gedurende die tijd zal het toegezegde kapitaal in porties worden opgevraagd. De eerste storting moet altijd minimaal € 100.000 bedragen. Wil je je investering beperkt houden tot € 100.000, dan is er dus maar 1 betaalmoment. Telkens wanneer er een exit plaatsvindt, vanaf jaar 5 en verder, wordt een bedrag uitgekeerd. Zowel de opbouw als de afbouw vindt dus geleidelijk plaats.
Steeds vaker worden ook fund of funds aangeboden waarin meteen een groter deel van het toegezegde kapitaal aan het werk wordt gezet. Dit is om te voorkomen dat een deel van dit vermogen staat te verpieteren op een bankrekening tot er weer een volgende capital call gedaan wordt. Dit kapitaal wordt dan geïnvesteerd in bijvoorbeeld secondaries. Dit zijn bedrijven waarin al geïnvesteerd is door een ander private equity fonds, maar die worden doorverkocht aan het private equity fonds waar je in deelneemt voor de beoogde exit heeft plaatsgevonden. Nadeel is dan wel dat je een deel van het totale private equity rendement mis loopt, omdat dit door de verkopende partij al in de zak is gestopt.
Ook kan werkeloos kapitaal worden geïnvesteerd in co-investments. Het fonds doet dan mee met een ander fonds dat al een interessant bedrijf heeft gevonden, maar dit niet alleen kan of wil financieren.
Een doorontwikkeling van deze variaties zijn zogenaamde evergreenfondsen. Je koopt dan een participatie in een fonds dat voor onbepaalde tijd blijft doorlopen en telkens opbrengsten opnieuw investeert. Dit lijkt erg op gewone beleggingsfondsen, zij het dat dit niet te allen tijde via de beurs te gelde te maken is. Je bent dan afhankelijk van de inkoopkracht van de fondsmanager of een onderling opgezet handelssysteem. De ervaring leert dat dit soort systemen in moeilijke periodes op slot gaat omdat dan iedereen er graag uit wil.
Vind je liquiditeit belangrijk, maar wil je toch wel graag een graantje meepikken van private equity rendement, dan kun je aandelen kopen van aan de beurs genoteerde private equity bedrijven. Je doet dan niet mee in de onderliggende fondsen, maar investeert in de kwaliteiten van de managers. Denk hierbij aan grote namen als KKR, 3i, het Zweedse EQT (fam. Wallenberg) of het Nederlandse HAL investments.
Het kan nu een goed moment zijn om in private equity te investeren. De dip lijkt voorbij, vooral omdat de rente een dalende trend vertoont en er veel moet worden geïnvesteerd in nieuwe technologie. Ook landelijke overheden en de EU stimuleren dit omdat zij niet alles zelf uit publieke middelen kunnen en willen financieren.
Uiteraard moet een dergelijke investering wel passen binnen uw beleggingsprofiel. Wilt u meer informatie ontvangen over beleggen in private equity dan kunt u dit aanvragen via onderstaande contactknop of bellen met uw contactpersoon bij CapitalCare Company.
Bent u nog geen relatie van ons kantoor? Ook dan staan wij u graag te woord. Wij bieden echter geen losse financiële producten aan. De gewenste investering moet passen binnen een van onze arrangementen, waarbij een goede inventarisatie, een beleggingsplan en doorlopende begeleiding centraal staan.
Meer informatie aanvragen