Een belastingplichtige kan zijn alimentatieverplichting afkopen door met de afkoopsom een direct ingaande lijfrente aan te kopen voor zijn voormalige echtgenoot. De premie voor deze lijfrente behoort onder voorwaarden tot de uitgaven voor een onderhoudsverplichting die fiscaal aftrekbaar zijn als persoonsgebonden aftrek. Een van de voorwaarden is dat de belastingplichtige de lijfrentepremie aan een professionele verzekeringsmaatschappij betaalt.
Deze fiscale faciliteit geldt nu ook als de lijfrente via een lijfrenterekening of -beleggingsrecht wordt uitgevoerd. Hiervoor is een goedkeuring in een ministerieel besluit opgenomen die later wordt geïmplementeerd in wetgeving. Wanneer het parlement niet akkoord gaat met deze wetswijziging, komt de goedkeuring te vervallen, onder eerbiediging van de tussentijds afgesloten contracten.
Een belastingplichtige kan ook een lijfrentepremie storten voor de verrekening van pensioenrechten bij echtscheiding. De premie voor deze lijfrente (die overigens niet direct ingaand hoeft te zijn) behoort dan eveneens onder voorwaarden tot de uitgaven voor een onderhoudsverplichting die fiscaal aftrekbaar zijn als een persoonsgebonden aftrek.
Gelijk aan de goedkeuring voor een alimentatielijfrente in de vorm van een lijfrenterekening of -beleggingsrecht, is in het besluit ook een goedkeuring opgenomen voor het verrekenen van pensioenrechten na echtscheiding. Deze fiscale faciliteit geldt dus nu ook als de lijfrente via een lijfrenterekening of -beleggingsrecht wordt uitgevoerd. Ook hiervoor is een goedkeuring in het besluit opgenomen die later wordt geïmplementeerd in wetgeving. Wanneer het parlement niet akkoord gaat met deze wetswijziging komt de goedkeuring te vervallen, onder eerbiediging van de tussentijds afgesloten contracten.
Afstorten van de afkoopsommen in een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht biedt voordelen voor zowel de betaler als de ontvanger. Voor de betaler zijn de afkoopsommen fiscaal aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek. Deze aftrek komt in eerste instantie in mindering op het box 1 inkomen en kan verdeeld worden over de fiscale partners. Is de afkoopsom dermate hoog dat niet het gehele bedrag verrekend kan worden in box 1, dan mag het restant in mindering worden gebracht op het inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en daarna eventueel nog op het inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2). Dit laatste is natuurlijk enigszins te plannen door een dividenduitkering te verrichten. Blijft er dan nog aftrek over, dan is dit door te schuiven naar volgende jaren. Met voorgaande jaren kan niet direct verrekend worden, maar wel eventueel via de middelingsregeling. Voor de ontvangers gelden de volgende voordelen:
Als ervaren adviseur op het raakvlak van pensioen- en beleggingsproblematiek helpen wij u graag verder. Of het nu ter oriëntatie is, of bij het openen en inrichten van een lijfrentebeleggingsrekening, wij zijn u graag van dienst.